Sportboulimia
Stel je voor: een rustige zaterdagavond thuis. Je hebt jezelf getrakteerd op een heerlijk diner, inclusief dat extra toetje dat je eigenlijk niet had moeten nemen. Je voelt je voldaan, maar ook een tikkeltje schuldig. Voor sommigen is dit het startpunt voor een avondje Netflix en nietsdoen. Maar voor anderen, de sportboulimia-patiënten onder ons, betekent dit iets heel anders. Het is het startschot voor een intensieve sportsessie, alsof we die eetbui er meteen vanaf willen zweten.
Het fenomeen van sportboulimia, waarbij je jezelf met sportieve uitbarstingen ‘compenseert’ voor die momenten van zwakte, is een bijzonder komisch iets. De meeste mensen hebben een gezonde relatie met sport en voeding. Ze eten, ze sporten, ze herhalen. Maar bij sportboulimia lijkt het alsof je nooit echt tevreden bent met dat ritme. Elke extra hap voelt als een contract met je sportschoenen, die je prompt aansporen om nóg een rondje te rennen.
Neem bijvoorbeeld Simon. Simon is een oud huisgenoot van mij en Simon is een echte sportboulimia-patiënt, met een focus die hij alleen kan omschrijven als “Olympisch”.
Op een avond bestelde hij een pizza en voordat de laatste hap geslikt was, had hij zijn hardloopschoenen al aan. “Tja,” zei hij terwijl hij naar buiten rende, “je moet iets doen om die extra kaas weg te werken.” Ik kon alleen maar lachen en mijn hoofd schudden terwijl ik mijn salade verder at.
Zelf deed ik aan fitness en hot yoga. Ik gebruikte de yoga-avonden om te mediteren over mijn recente avonturen met chocoladecroissants. Soms ging ik om 02:00 of 03:00 ’s nachts sporten bij een sportschool die 24 uur per dag open was om vervolgens het er allemaal weer aan te vreten bij de avondwinkel. Het is bijna alsof elke hap voedsel een sportieve tegenhanger heeft, en voor elke zoete verleiding staat er een yogales, spinningklas, of bokstraining klaar.
Het hilarische aan sportboulimia is dat het niet zozeer gaat om de sport zelf, maar om de reden erachter. Het is een spel van balans: een balans tussen zonde en verlossing, tussen smullen en zweten. Het is de voortdurende strijd tussen die onweerstaanbare chocoladetaart en de roep van de sportschool. En eerlijk gezegd, wie kan er winnen in een gevecht tussen die twee?
Soms lijkt het alsof we vergeten dat sport ook gewoon leuk mag zijn, in plaats van een manier om onze eetkeuzes te corrigeren. Maar aan de andere kant, is het niet juist die gekke, humoristische benadering die sportboulimia zo uniek maakt? Het feit dat we onszelf soms zo serieus nemen, alleen om te beseffen dat we eigenlijk gewoon rondjes rennen omdat we het hele pak koekjes niet konden weerstaan. Het vervelende aan rondjes is dat je steeds weer uitkomt bij het beginpunt.
Dus, voor iedereen die zichzelf herkent in dit verhaal: blijf lachen. Lach om jezelf wanneer je na een eetbui naar de sportschool rent en er met volle overgave tegenaan gaat. Sportboulimia is een beetje gek en misschien wat overdreven, maar het zorgt ook voor geweldige verhalen. Als iemand je vraagt waarom je het doet, zeg dan met een knipoog: “Omdat ik het gewoon niet kan laten!”