Overgewicht in 2050
Een tijdje terug heeft het RIVM zijn glazen bol afgestoft en voorspelt dat in 2050 maar liefst 64% van de Nederlanders overgewicht zal hebben, en dan vooral jongvolwassenen. Dat betekent dat zelfs mensen die nu nog niet geboren zijn al door het RIVM bestempeld worden als potentiële leden van de overgewicht-club. Je eerste ademteug nog niet genomen en het label ‘toekomstige emotie-eter’ al op je geplakt. Dat is toch een wat zwaarder begin dan je zou willen.
Volgens het rapport van het RIVM zal vooral de groep jongvolwassenen tussen de 18 en 44 jaar een sterke stijging in overgewicht laten zien. Jongvolwassenen, de mensen die ooit ‘fitfluencers’ zouden worden, lijken nu eerder ‘snackfluencers’ te zijn. En geef ze eens ongelijk. In een wereld waar je een sixpack bier makkelijker scoort dan een sixpack buikspieren, wordt gezond leven een flinke uitdaging.
Zelf weet ik er alles van. Mijn eigen worsteling met de weegschaal is legendarisch. Of nou ja, meer tragikomisch. Ik noem het ‘de grote strijd tussen kwark en kroket’. De kwark wint gelukkig steeds vaker, vooral met wat proteïnegranola erbij (oké, en dat eiwitpoeder dat al drie jaar over de datum is – want verspillen is ook zonde). Maar het blijft een gevecht. Vooral als de snackbar om de hoek me verleidelijk aankijkt.
Wat me opviel in het rapport is hoe breed de impact van overgewicht is. Het kost niet alleen gezondheid, maar ook bakken met geld. En dan heb ik het niet over de zakken chips die mensen kopen. Nee, miljarden euro’s aan zorgkosten, verminderde productiviteit en een extra belasting voor het milieu. Wie had gedacht dat een zak M&M’s ook een ecologische voetafdruk heeft?
En dan hebben we het nog niet eens over de sociale impact. Want eerlijk is eerlijk, hoe vaak worden mensen met overgewicht niet geconfronteerd met goedbedoelde adviezen die vooral klinken als: “Heb je deze nieuwe wonderdieet-app al geprobeerd?” Of: “Je moet gewoon meer water drinken.” Alsof je na drie liter water ineens spontaan naar een broccoli grijpt in plaats van die chocoladereep. Laten we het er maar op houden dat die adviezen vaak net zo onverteerbaar zijn als het dieet zelf.
Maar goed, wat doen we eraan? Het rapport zegt: preventie. En dat klinkt logisch. Minder junkfood, meer beweging en wat minder stress. Makkelijk gezegd, maar moeilijk gedaan. Want zeg nou zelf, wie heeft er ooit echt ontspanning gevonden in ‘even een rondje hardlopen’? Dat is toch vooral een oefening in jezelf overtuigen dat je niet doodgaat.
Misschien moeten we het simpeler maken. Zoals de trap nemen in plaats van de lift. Of een wandeling na het eten – al is het maar naar de koelkast om de groente eens te bewonderen. En als je dan toch gezond probeert te doen, lach erom. Humor is niet alleen goed voor je ziel, het schijnt ook calorieën te verbranden. En daar hoef je niet eens voor naar de sportschool.
Dus, beste lezers, laten we niet te zwaar tillen aan die voorspellingen van het RIVM. Het goede nieuws is dat we nog alle kans hebben om de toekomst in een gezondere richting te sturen. Met kleine veranderingen in ons dagelijks leven – zoals gezondere keuzes maken, elkaar motiveren en misschien wat minder stressen over perfectie – kunnen we samen een groot verschil maken. Het is nooit te laat voor een ommezwaai, en elke stap in de goede richting telt. En zeg nou zelf, als we nu beginnen, kunnen we in 2050 misschien eindelijk de discussie voeren over wie de schaal hummus mag leegschrapen, in plaats van wie weer de meeste zorgkosten veroorzaakt.